Home › Doe een test › De stressklachten-test De stressklachten-test 1. Voor we écht starten met de test: hoe goed denk je dat je met je stress om gaat? Ik denk dat ik niet zo goed met mijn stress omga. Ik denk dat ik goed met mijn stress omga. Ik denk dat ik redelijk met mijn stress omga. Ik denk dat ik er slecht mee omga. 2. In vergelijking met ongeveer 6 maanden geleden is mijn slapen veranderd. Ik ben gemiddeld genomen steeds slechter gaan slapen. Ik ben steeds beter gaan slapen. Er is niks veranderd in mijn slapen. Ik slaap altijd redelijk. Ik slaap nog steeds beroerd. 3. Van stress kun je lichamelijke klachten krijgen. Je kunt hierbij denken aan hoofdpijn, stijve schouders/nek, maagpijn etc. Hoe zag dat er afgelopen 6 maanden voor jou uit? Mijn lichamelijk klachten zijn verergerd. Mijn lichamelijk klachten zijn hetzelfde gebleven. Ik heb eigenlijk niet zoveel lichamelijke klachten. Mijn lichamelijk klachten zijn afgenomen. 4. Ik voel me gejaagd. Ik voel me best vaak gejaagd. Ik heb daar nooit zoveel last van. Ik voel me soms gejaagd. Ik voel me altijd gejaagd, ook als ik in bed lig. 5. Ik heb het gevoel constant achter de feiten aan te lopen. Ik heb alles prima in de hand. Als er niet te veel gekke dingen gebeuren kan ik de dag prima doorkomen. Als ik een goede planning maak kan ik mijn hoofd meestal boven water houden. Inderdaad, dat herken ik. 6. In vergelijking met ongeveer 6 maanden geleden zijn mijn zogeheten ‘cognitieve vaardigheden’ veranderd. Denk aan: dingen kunnen onthouden, op woorden kunnen komen, concentratie, oplossend vermogen. Mijn cognitieve vaardigheden zijn hetzelfde gebleven. Mijn cognitieve vaardigheden zijn flink verslechterd. Mijn cognitieve vaardigheden zijn een beetje verslechterd. Mijn cognitieve vaardigheden zijn iets beter geworden. 7. In vergelijking met ongeveer 6 maanden geleden merk ik dat ik me vermoeider voel. Ik heb minder energie voor alles. Ik heb wat minder energie dan ik zou willen. Inderdaad. Als ik thuiskom wil ik ik het liefst languit op de bank. Daarin merk ik geen verschil. Ik heb wat meer energie gekregen. 8. In vergelijking met ongeveer 6 maanden geleden ben ik meer kortaf geworden, en/of ben ik meer ruzie gaan maken. Ik ben dit soort situaties juist gaan vermijden, of ik houd mijn mond dicht. Ik kom voor mijzelf op als het nodig is: het is niet veranderd. Bij het minste of geringste ontplof ik, terwijl dat eerder niet zo was. Ik heb hoe dan ook een kort lontje. 9. Als ik kijk naar mijn sociale bezigheden in afgelopen periode (denk aan een maand of 6) dan… …merk ik dat ik minder actief ben geweest omdat ik me snel erger aan andere mensen …is er niet zoveel veranderd …merk ik dat ik minder actief ben geweest omdat ik er geen energie voor heb. …merk ik dat ik overal aan meedoe omdat ik de druk voel om eraan mee te doen. 10. Hoe zit het met jouw ontspanning en plezier? Denk hierbij aan hobby’s, sporten, lezen, TV kijken, vrijwilligerswerk etc. Ik ben moe als ik er aan begin, maar eenmaal begonnen geeft het me ontspanning. Ik voer dit soort bezigheden uit, maar ik heb er geen plezier van. Leuke dingen doen, daar kun je me voor wakker maken. Ik vind niks meer leuk of ben te moe, en doe daarom niks meer. 11. Andere mensen kunnen niet aan mij merken dat ik gestrest ben. Ik ben gestresst maar doe er geen moeite mijn stress te verbergen. Inderdaad, ik doe er alles aan om te voorkomen dat men merkt dat ik gestrest ben. Ik ben helemaal niet gestrest. Ik kies ervoor of ik het laat zien, afhankelijk van de situatie en de persoon. 12. In de voorgaande vragen ben je allemaal dingen tegengekomen die met stress te maken hebben. Hoe vind je nu, na beantwoording van al die vragen, dat je met je stress omgaat? Ik denk dat ik er slecht mee om ga. Ik denk dat ik goed met mijn stress om ga. Ik denk dat ik redelijk met mijn stress om ga. Ik denk dat ik niet zo goed met mijn stress om ga. Loading … Vraag 1 van 12