Financiële test

Financiële test in 11 vragen

1. Ik heb schulden.

 
 
 
 

2. Ik betaal mijn vaste lasten…

 
 
 
 

3. Ik besteed mijn geld aan …

 
 
 
 

4. Mijn banksaldo is:

 
 
 
 

5. Ik koop bij een postorderbedrijf.

 
 
 
 

6. Mijn administratie is een rommeltje.

 
 
 
 

7. De post die ik krijg…

 
 
 
 

8. Ik maak met mijn ouders en/of vriend(in) ruzie over geld.

 
 
 
 

9. Ik gebruik vaak mijn creditcard.

 
 
 
 

10. Ik denk ’s nachts aan …

 
 
 
 

11. Geld betekent voor mij:

 
 
 
 

Vraag 1 van 11