Is je kind bang voor toetsen, het geven van een spreekbeurt of andere situaties waarin de spanning hoog oploopt? Als je kind buiten deze situaties prima functioneert, heeft hij of zij waarschijnlijk last van faalangst. Hij is bang dat hij niet aan verwachtingen of opdrachten kan voldoen. Faalangst ontstaat vaak in een situatie waarin je wordt beoordeeld. Leg je kind geen druk op en laat zien dat je trots bent op wat hij doet.

Drie soorten faalangst

Signalen die je bij je kind kunt zien als hij last heeft van faalangst zijn bijvoorbeeld lichamelijke klachten zoals buikpijn of hoofdpijn, verlegenheid, geslotenheid of juist opvallend druk gedrag. Sommige kinderen gaan piekeren of bedenken smoesjes en maken onzekere opmerkingen zoals ‘ik kan het toch niet’. Er zijn drie soorten faalangst:

• Cognitieve faalangst: je kind is bang voor het maken van leeropdrachten, zoals toetsen en spreekbeurten.
• Sociale faalangst: je kind is geremd in zijn contact met anderen.
• Motorische faalangst: je kind ziet er tegenop om te sporten en wil bijvoorbeeld niet naar de gymles.

Tip 1: Benoem de kwaliteiten en leg de lat niet te hoog

Spreek je waardering uit voor de inzet van je kind, in plaats van aandacht voor het resultaat. Bedenk samen waar zijn kwaliteiten liggen en zeg ook expliciet op welke kwaliteiten je trots bent. Leg de lat niet te hoog. Zeg in plaats van ‘jij kan dit’: ‘je kunt het proberen’. En geef zelf het goede voorbeeld. Ook jij mag fouten maken. Hiermee geef je je kind de boodschap dat je niet van jezelf moet verwachten dat je alles goed kunt.

Tip 2: Bespreek het met de school

Bespreek je zorgen met de leerkracht(en) van je kind. Je kunt een gezamenlijke aanpak bedenken. Ook kan een leerkracht er in de klas extra aandacht aan geven.

Tip 3: Laat je kind een faalangsttraining volgen

Sommige kinderen hebben extra hulp nodig, bijvoorbeeld door een training te volgen. Vaak weten ze op school waar faalangsttrainingen voor kinderen worden georganiseerd. Of kijk of een van de trainingen van Kwadraad geschikt is voor je kind.

Tip 4: Bespreek het gedrag met een deskundige

Je kunt het specifieke gedrag van je kind en jouw vragen daarbij ook bespreken met een maatschappelijk werker of een pedagogisch adviseur.

Hulp bij opvoeden

Wil je ondersteuning bij de opvoeding van je kind(eren)? Wij kunnen je op verschillende manieren helpen. Kies hieronder bij Direct aan de slag hoe je contact met ons opneemt.