Boos

— Margo Zandbergen

‘Ik vind het heel erg dat mijn dochter tijdens de omgangsweekenden of uitjes niet mee wilt met mij’, aldus de vader van de 9-jarige Lianne. ‘Ik hoop dat ze na deelname van haar aan deze groep, dat wel weer wilt.’

Een week later zit Lianne bij ons aan tafel. Ze luistert en kleurt. Kijkt af en toe op van haar papier als één van de andere kinderen wat vertelt. Ze deelt niet veel en dat is prima. Ze mag er gewoon zijn. Haar broertje Michel zit naast haar aan tafel. Als we een vraag in de groep leggen, buigt Michel naar zijn grote zus, zet zijn hand tegen haar oor en zegt zachtjes: ‘Niets zeggen’.
Hij is nog 2 x mee gekomen (moest van zijn moeder, zei hij), maar daarna wilde hij echt niet meer. Is prima. Wellicht is de KIESgroep  toch niet iets voor hem?

Een week later schuift Lianne weer aan tafel. De bijeenkomst van de voorwerpen. Uit de grote ronde kleurrijke doos die rond gaat zoekt Lianne een voorwerp dat haar doet denken aan de scheiding. Lang hoeft ze er niet over te doen. Ze houdt een mini-container in haar hand. ‘Ik ben boos op papa omdat hij mama heeft weggegooid’. En kleurt, zonder een reactie af te wachten, weer verder met krachtige strepen en binnen de lijntjes. ‘Mag ik je een advies geven’ vraagt een jongen uit de groep. Ze schudt krachtig nee. Ik zeg tegen Lianne: ‘Weet je wat  mooi is aan een advies?’  Ze kijkt op van haar papier en kijkt me aan. ‘Je kunt er naar luisteren, maar hoeft er niets mee’.  Dan mag het. ‘Ben je niet gewoon boos op de situatie ipv op je vader?’. Nee, ze wist het zeker. Boos op papa en vraagt om een volgende kleurplaat. ‘Je mag boos zijn, Lianne. Het is oké.’ Ze knikt.

Een mail van vader: of voortzetting van de KIESgroep wel zin had. Na 4 bijeenkomsten wilde zijn dochter nog steeds niet mee met hem. Gesprek met ouders volgt. Begrip, belangstelling en geen druk is het advies. Vond ie wel moeilijk.

Laatste bijeenkomst. Hoe gaat het nu? Ze kijkt me aan en vertelt enthousiast dat ze met papa een leuke dag heeft gehad afgelopen zaterdag. ‘Maar ik ben niet blijven slapen..’.
Komt goed.