De weerbaarheidstraining van Kwadraad

Jolanda Cinjee is schoolmaatschappelijk werker bij Kwadraad. Ze geeft samen met trainer Rianne Bregman weerbaarheidstrainingen aan kinderen uit groep 5 en 6 van de basisschool. Eerder schreef Jolanda over het begin van de weerbaarheidstraining en hoe kinderen om leren gaan met emoties. Die column vind je hier.

Kwadraad geeft weerbaarheidstraining aan kinderen

Laatste trainingsbijeenkomst met de kinderen
én hun ouders.

Het is een spannende dag voor de kinderen uit onze weerbaarheidstraining. Vandaag is de laatste trainingsbijeenkomst en deze keer met de ouders. Alle ouders zijn aanwezig. Iedereen gaat in een kring zitten. Rianne en ik heten de ouders en de kinderen welkom en vertellen wat we vanmiddag gaan doen.

‘De kinderen hebben aan de hand van thema’s bedacht op welke manier zij vorm en inhoud aan het programma willen geven en hebben de rollen verdeeld,’ vertel ik de ouders. ‘De kinderen laten vandaag zien wat ze hebben geleerd. Wij vragen ouders om mee te doen, omdat dat het leukst is voor de kinderen. Deze bijeenkomst laat zien wat we de afgelopen weken hebben geleerd. Alle kinderen hebben een rol op zich genomen met betrekking tot een thema. Wij kunnen gaandeweg het één en ander toelichten.’ Ik vraag de kinderen of zij er zin in hebben en ze roepen in koor: ‘ja!’ Daarop volgt -door de spanning- een hoop gegiechel.

Minder verlegen en meer contact

Ik kijk naar Mohammed die de spits af gaat bijten. Hij staat aan de andere kant van de kring en kijkt mij met grote ogen aan. Zijn moeder, die de Nederlandse taal nog niet machtig is, staat naast hem en kijkt vol trots naar hem. Tegen de ouders zeg ik: ‘Mohammed gaat ons nu verder uitleggen wat de bedoeling is.’ Mohammed vertelt dat we onszelf eerst gaan voorstellen. Hij doet een klein stapje naar voren en zegt zijn naam. ‘Nu mag u,’ zegt hij tegen zijn moeder. Zowel de ouders als de kinderen stappen om de beurt de kring in en stellen zich voor.

Daarna vraag ik aan hem of hij wil uitleggen waarom wij dat gedaan hebben en wat daarbij belangrijk is. Mohammed, die bij de eerste training heel verlegen was en geen contact maakte met de andere kinderen, vertelt dat we het doen om te laten zien dat het niet eng is wanneer anderen naar je kijken. Het is belangrijk dat je elkaar aankijkt,’ zegt hij. ‘En zijn er nog andere dingen bij het voorstellen die belangrijk zijn’, vraag ik. Hij haalt zijn schouders op

‘Is er iemand die aanvullingen heeft op wat Mohammed heeft gezegd?’
De andere kinderen vullen aan. ‘Het is belangrijk dat je duidelijk praat,’ zegt andere Stefan. ‘En dat je stevig staat!’ roept Kim. Het ijs is gebroken, zowel de kinderen als de ouders worden losser en voelen zich meer op hun gemak.

Zelfverzekerd en gefocust

Ook Stefan was bij de eerste training erg onzeker en gespannen. Maar bij zijn uitleg over het thema focussen komt hij zelfverzekerd en enthousiast over. Zijn ouders gaven in het begin aan dat hij zich niet goed kon uiten en gepest werd. Dat is nu minder, omdat hij heeft geleerd zich beter af te sluiten voor irritaties.

Vervolgens komt Karim in actie. ‘We gaan het kikker en ooievaar spel doen spel doen.’ Een spel dat bedoeld is kinderen te leren zich in een situatie te concentreren op iets anders, bijvoorbeeld om niet in te gaan op pesters. ‘Ga ergens in de ruimte staan en focus je,’ vertelt Karim. ‘Iemand loopt als ooievaar rond. De anderen zijn kikkers. Als de ooievaar bij je in de buurt komt, mag je geen reactie geven en moet je stil staan. Ook als je lacht ben je af, want dat is ook een reactie’ legt Karim uit. Alle ouders en kinderen gaan op een plek in de ruimte staan, Myrthe en Kim zijn de ooievaars. Een aantal ouders moeten lachen als een ooievaar voor hen staat die gekke geluiden en bewegingen maakt. Karim wil ook meedoen en kan zich goed focussen, hij denkt dan aan zijn favoriete dier; dat helpt hem niet te reageren. Hij wint het van de ooievaar, in de praktijk van de pester.

Ze hebben veel geleerd

Na afloop vragen we de kinderen wat ze geleerd hebben aan de bijeenkomsten. Myrthe zegt: ‘Ik ben minder verlegen’. ‘En Ik heb minder ruzie,’ vertelt Jamie. Stefan is minder zenuwachtig en kan zich nu goed concentreren. Zo hebben alle kinderen iets opgestoken, hoe klein of groot dan ook. Bovenal hebben ze veel plezier met elkaar gehad.

Ouders geven aan dat hun kind niet meer gepest wordt, minder zenuwachtig is, meer voor zichzelf opkomt of minder onzeker is. Het waren erg leuke trainingsbijeenkomsten, waaraan zowel de ouders als de kinderen enthousiast meededen en tevreden de deur uit gingen. Daar doe ik het voor, geweldig vind ik dat!