“Vooral stressfactoren bij ouders beïnvloeden de ontwikkeling van het kind”

“De eerste 1000 dagen van je leven, vanaf de conceptie geteld, zijn het belangrijkst in je leven. Het is een voorspeller van je toekomstige gezondheid, zowel fysiek als mentaal.” Daarom is het landelijke actieprogramma Kansrijke Start opgesteld. In Leidschendam-Voorburg is Caroline van Enst projectleider van Kansrijke Start.

"Vooral stressfactoren bij ouders beïnvloeden de ontwikkeling van het kind"

Wat houdt het project Kansrijke Start in?

“Het is heel belangrijk dat (aanstaande) ouders in de eerste 1000 dagen zorgen voor een gezonde en stabiele omgeving voor het kind. Een baby die tijdens die eerste 1000 dagen bloot wordt gesteld aan stress, rook, alcohol, slechte voeding, mishandeling of andere risicofactoren, begint al met een achterstand aan de rest van zijn leven. Een kind zonder goede start, heeft op latere leeftijd een grotere kans op lichamelijke en geestelijke problemen. Denk aan suikerziekte, hart- en vaatziekten, overgewicht en depressies. Ook is het van invloed op de sociale en emotionele en cognitieve ontwikkeling van een kind. Vooral stressfactoren beïnvloeden de ontwikkeling van het jonge kind; tijdens én na de zwangerschap.

Kansrijke Start is een netwerk van professionals en organisaties uit Leidschendam-Voorburg dat zich inzet om (aanstaande) ouders in een kwetsbare positie eerder te signaleren. Als het nodig is ondersteunen we hen, zodat zij hun kind een stabielere, gezonde en veilige basis kunnen bieden. Want ieder kind verdient de best mogelijke start van zijn leven en een kans op een goede toekomst.”

Wat is de aanpak om dit te realiseren?

“We focussen ons vooral op de vermindering van stress bij de ouders. Omdat stress de tijd en ruimte van ouders in beslag kan nemen, terwijl het juist zo belangrijk is dat de ouder ruimte heeft om het kind te leren kennen en écht in contact te komen met het kind.
Als die verbondenheid er is, voelt een kind zich veilig. Dat betekent ook een veiligere hechting: als je veilig bent gehecht, dan kun je later bijvoorbeeld weer beter emotionele relaties aangaan en heb je vaak een beter zelfbeeld.

We proberen zo vroeg mogelijk (aanstaande) ouders in een kwetsbare positie te signaleren. Bij de verloskundige maar soms óók al daarvoor. Bijvoorbeeld als een koppel een kinderwens heeft. Zijn dat hele jonge mensen? Of mensen met een beperking? Dan is het goed om het gesprek te voeren of die kinderwens verstandig is.”

Welke acties nemen jullie zoal?

“Het netwerk bestaat uit onder andere jeugdverpleegkundigen, kraamverzorgenden, verloskundigen, gemeenten maar ook financiële hulpverleners. We komen iedere maand samen voor een casusoverleg. Dan kan een professioneel anoniem een casus delen en kunnen andere professionals tips geven. Een professional benadert mij ook wel eens apart als hij of zij vastloopt bij een casus. Die probeer ik dan verder te helpen. We werken binnen Kansrijke Start ook aan bredere thematiek. We signaleren bijvoorbeeld dat er een specifieke groep kinderen is die een achterstand heeft in de taalontwikkeling. Zij kunnen op langere termijn daardoor niet naar het reguliere onderwijs, enkel omdat zij de taal niet goed spreken en lezen. Daardoor lopen ze het risico dat ze niet het juiste of zelfs geen onderwijs krijgen. Met de juiste aanpak kunnen we dat voorkomen. Ik jaag aan dat het netwerk bij elkaar komt om samen te onderzoeken: wat hebben wij als organisaties in huis om deze kinderen te ondersteunen waardoor ze wel naar de peuterspeelzaal, kinderopvang of onderwijs kunnen? Voor dit vraagstuk is ook een organisatie betrokken die deze groep goed kent.”

Wat is de kern van de aanpak van Kansrijke Start?

“Hulp aan de ouders is de beste jeugdhulp. We focussen ons echt op de ouders van het kind. Dat is de plek waar de bestaanszekerheid, stabiliteit en veiligheid voor het kind gevormd wordt. Daar begint het dus.Stel dat een ouder schulden heeft. Dan moeten we daaraan werken. We zorgen voor minder stress over financiën bij de ouders, waardoor zij weer rust en ruimte krijgen voor hun kind. Daar is het kind het beste mee geholpen.”