“Ze ziet het als een dagje uit”
Tijdens het ontbijt, de avondmaaltijd of een theedrinkmoment: in het gezin
van Anna (3) is het vaak rumoerig. Haar oudere zus Sara en broer Lucas zijn gediagnosticeerd met autisme en eisen veel aandacht van hun ouders. Anna is als enige van de drie kinderen niet gediagnosticeerd dus wanneer iedereen thuis is, gaat in het gezin vrijwel automatisch de minste aandacht naar haar uit.
Maatschappelijk hulpverlener Roselien, die net als haar collega één keer in de week bij het gezin langskomt, ziet dat ook. Ze vertelde Marlies, de moeder van Anna, Sara en Lucas, dat het voor Anna misschien goed zou zijn om een paar keer per week in een ander gezin te zijn.
Ze doet gewoon mee
"Inmiddels is Anna al drie maanden elke woensdag en zaterdag bij haar steunouders, die twee kinderen hebben die maar iets ouder zijn dan zij.” Anna’s ouders zien hoezeer de nieuwe situatie haar goed doet. “Ze doet in het steungezin gewoon mee met wat er daar altijd gebeurt. Zo ziet ze dat momenten die hier nogal onstuimig zijn ook op een hele andere manier kunnen gaan. We laten haar daarom bewust op woensdag mee-eten, zodat ze merkt: hé, het kan aan tafel ook gewoon rustig en gezellig zijn”, zegt Marlies.
Alledaagse dingen
Tegelijkertijd is er bij de ouders de hoop dat ze merkt dat wanneer bepaald gedrag bij het steungezin niet als normaal wordt ervaren, ze zich ook minder snel thuis zo zal gedragen, waar ze van haar broer en zus allerminst de beste voorbeelden krijgt voorgeschoteld. “Als het hier ontspoort, dan is het niet even een gil of een schreeuw, dan ontspoort het écht”, zegt hulpverlener Roselien. Het zijn de alledaagse dingen die er in het gezin anders aan toegaan dan hoe het zou moeten. “Douchen, bijvoorbeeld”, zegt Marlies. “Die twee oudste willen vaak niet en schreeuwen dan heel het huis bij elkaar.” Roselien: “Het kan goed dat Anna dan zal denken: als ik dat ook zo doe, krijg ik ook de aandacht die mijn broer en zus zoveel krijgen.”
Steunouders voor haarzelf
Nu krijgt ze de aandacht twee dagen in de week elders. En ze gaat heel graag naar haar ‘stuntouders’ (zoals ze die nu noemt, nadat het eerst ‘stuntelouders’ waren) toe. Marlies: “Ze ziet het als een dagje uit. Ook als wij bijvoorbeeld met de twee andere kinderen ergens heen gaan, vindt ze het niet gek dat zij naar de steunouders gaat. We hebben haar uitgelegd dat die twee keer in de week naar de steunouders iets is wat helemaal voor haarzelf is. Zo ziet ze dat ook: mijn broer en zus hebben altijd van alles te doen en nu mag ik ook eens wat. Bovendien is ze met de twee meisjes in dat gezin dikke vriendinnen.”
Even wat rustiger
Marlies is blij dat Roselien adviseerde om een steunouder te vragen. Roselien: “Het is naast dat het Anna goed doet, natuurlijk ook prettig voor jou. Jij hebt het even wat rustiger.” Marlies: “Precies. En ik heb als de twee oudsten er zijn meer tijd voor hen, maar ook bijvoorbeeld soms individuele aandacht, als Anna bij haar steunouders is en Sara bij de Zorgboerderij. En nu, als Sara en Lucas op school zijn, heeft Anna al mijn aandacht.”